donderdag 2 december 2010

Eerste trip door Turkije

Julis en ik gaan op reis! We pakken onze backpack, stappen in de nachtbus en acht uur later zijn we in Izmir, een stadje ten Zuid-Westen van Istanbul aan zee. Het is nu inmiddels al half november, maar buiten… 25 graden! Op jurkjes en slippers paraderen we dus rond. Veel Turkse studenten op school spraken vol lof over deze derde grootste stad van Turkije, maar ik vind het niet echt denderend. Een aantal oude gebouwen zijn wel mooi, en je kunt er heerlijk chillen aan zee, maar het is een industriestad en niet bepaald prachtig dus. Bovendien is het er véél rustiger (lees: saaier) dan in Istanbul. Ik ben inmiddels die 16 miljoen mensen op één plek zóó gewend, dat een stad met 5 miljoen mensen net een rustig dorpje lijkt. Het zal vast anders zijn als je er woont en de goede plekjes kent, maar als toerist... not that special. Bovenop een berg zien we een oud kasteel en we besluiten de bus te pakken om het van dichtbij te bekijken. Het leukste hier aan is dat je niet weet waar je belandt. Van het kasteel blijkt niet veel over te zijn, behalve een paar afbrokkelende muren. Maar de wijk op de bergtop daarentegen is fantastisch! Kleine huisjes, dicht naast en op elkaar. Kinderen spelen, mannen drinken thee op straat… it's a whole other Turkey.

We zijn blij dat we na één nachtje weer vertrekken, en ons hotel / tropische dierentuin met overal aquaria, piepende vogels en kraaiende papegaaien die ’s nachts flink doorhalen, mogen verlaten.
We pakken de trein naar Selcuk, een dorpje 2 uur verderop. Wat een verschil met Izmir! Het is erg schattig, gezellig en omsingeld door hoge groene bergen. Echt supermooi! De attracties hier zijn een hoop Romeinse en Byzantijnse ruines en een museum over die periode. Een middag houdt het ons bezig, maar dan hebben we alles wel gezien. Bovendien, zo zonnig als het gister was, zo hard regent het vandaag! De hele dag! Maar we hebben een geweldig winters reserveprogram: We schuilen van het ene cafeetje naar het andere, huren een paar dvd’s en kijken een filmpje, totdat we honger hebben en eten in een restaurantje vol zachte kussens op de grond, dikke Perzische tapijten aan de wanden en een brandend openhaard. Heerlijk! We kletsen er uren met onze New Yorkse buurman en gaan erna nog wat drinken.

Dit dorp is zó klein, dat bewoners je gelijk kennen. Na de eerste dag worden we al van alle kanten begroet.
Het is markt, en het hele dorp loopt uit, om daar te shoppen. Ook wij leven ons uit, voordat we naar Ephesus gaan; in de tijd van de Romeinen was dit dé hoofdstad van het Aziatische deel met maarliefst 200.000 inwoners. Praktisch de hele stad is nog bewaard gebleven, zoals een reusachtige bibliotheek en een theater, héél indrukwekkend. De zon is weer terug, dus de 25 graden en lopen op slippers ook, en zo wandelen we door de bergen naar dit dorp. Bij de ingang slaat een taxichauffeur direct toe met het aanbod om ons naar een kapelletje te brengen, waar ooit Johannes met Maria, na de dood van Jezus, gewoond schijnt te hebben. Zo Hollands als we zijn, willen we liever de taxikosten er naartoe delen, dus ik loop op twee jongens af, om ze strikken. En goh, de wereld blijkt weer zo klein als een knikker, want de jongens zijn bekenden uit Istanbul (om het nog sterker te maken: één van hen woont in NL slechts 30 luttele huizen verderop!), en ze zijn wel in voor een ritje naar dit Bijbels gebouw. Het is ontzettend minuscuul en ziet er uit als een oud kapelletje (geen idee hoe anders een kapel waar Maria in heeft gewoond er uit zou moeten zien hoor), maar de rust en stilte die er hangt is adembenemend. Plus we leren een grappige Italiaanse monnik kennen die hier een tijdje verblijft en het kapelletje een stuk interessanter maakt.
Terug in het dorp leren we ook grappige mensen kennen, zoals een juwelier, die tot voor kort tapijten verkocht. Hij is overgestapt, omdat het Perzische tapijt niet meer lijkt te passen in de huidige woontrends en de Europese toerist niet meer geïnteresseerd is. Dolgraag wil hij zijn onverkochte inventaris opgeslagen in de bovenkamers aan ons tonen, onder het mom van: ‘Just for the pleasure of the eye!’. We negeren dat dit typisch een geval is waarover de Lonely Planet (en moeder) waarschuwt om er nooit op in te gaan... en krijgen een rondleiding. Denk je een kamer te hebben gezien, gaat ineens het licht aan in een volgende kamer, en een volgende, en een volgende, met uitleg over alle materialen, technieken en arbeidskosten. De verkoper is zo blij dat er eindelijk mensen zijn tegen wie hij over zijn vak kan vertellen. Eindelijk worden zijn tapijten weer gezien! We durfden hem daarom echt niet af te kappen. Terug beneden biedt hij nog een gitaarles aan op zo’n authentieke Turkse gitaar, en komt zijn beste vriend kletsen, die beweert backgammonborden voor duizenden euro’s gemaakt en verkocht te hebben aan presidenten en Koninklijke families over de hele wereld (yeah right). En ik ging er alleen maar een ketting kopen…

Terug naar Istanbul gaat alles mis, wat er mis kan gaan; 40 lire (= 20 euro) borg voor de dvd’s krijgen we niet terug, omdat de videotheek 2 uur later open is dan de verkoper met baard ons een dag eerder zei en we niet langer kunnen wachten, omdat we anders onze shuttle naar onze bus missen. Echter, missen we alsnog bijna onze bus, omdat de shuttle veel later vertrekt dan dat de man achter het loket had gezegd, en de enige manier om de bus alsnog te halen is een rit met een medewerker rechtstreeks naar Izmir, waar de bus vertrekt, voor slechts 100 lire (= 50 euro). Dat was even snel verdienen voor deze man!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten